βππ π£π£πͺ πππ₯ ππ π¦ π€π₯π π π£ ππ πππ₯ π¨ππππππβ
βMevrouw, heeft u nou echt het hele weekend gewerkt?β, het is een van de eerste vragen die een leerling deze ochtend aan mij stelt. Misschien een beetje gek, maar ik kan het in dit geval wel begrijpen. Voordat ik zaterdagochtend begonnen was aan mijn ontbijt en bijbehorend vruchtensapje, had ik mijn eerste mail naar een heel leerjaar al verstuurd. En op zondagavond verstuurde ik mijn tweede bericht aan alle leerlingen en rond ik nog wat zaken af in de chat.
Toen ik wakker werd had ik namelijk al twee mails ontvangen met meldingen over niet werkende accounts, waardoor leerlingen niet van deze zaterdagochtend gebruik konden maken om aan hun huiswerk te werken. Blijkbaar werken er nogal wat tweedeklassers aan schoolzaken op zoβn ochtend want al gauw nemen de mailtjes van de volwassenen die horen bij onze pubers toe. βSorry dat ik u stoor in het weekend…β De meldingen zijn dusdanig serieus dat ik na kort overleg met mijn collega een ICT-manager van onze organisatie op zijn mobiel bel.
Een van de leerlingen had zijn mobiele nummer gemaild en met hem bel ik om vragen vanuit ICT te toetsen over wat wel en niet werkt. Om later ook nog twee keer bij een leerling uit de buurt op de stoep te staan om even op zijn iPad mee te kijken. De melding die wij deden bleek een grootschalig probleem te zijn voor onze hele organisatie, dankzij het snelle ingrijpen van mijn leerlingen, hun volwassene, ons en de ICT-afdeling kon erger worden voorkomen.
Het probleem was niet direct opgelost, maar na meer dan 60 ontvangen mails (en nog meer dan 20 er bij vandaag), 3 mails van mij aan meer dan 600 ontvangers en 4 Teamsberichten aan bijna 500 leden, had ik gedaan wat ik kon. Zo werd een dingetje met licenties, dachten wij, op zaterdagochtend een topic wat vele mensen een heel weekend en een maandag heeft bezig gehouden. Een vervelende gebeurtenis en een kans om op een goede manier te communiceren met alle betrokkenen.
Als je dan meer dan vijf mailtjes van ouders krijgt om je te bedanken voor de betrokkenheid, zelfs in het weekend, en de goede communicatie dan kan je alleen maar blij zijn. Toch, als een collega vraagt of ik nog wel weekend heb kunnen houden en ik uitleg dat ik zeker niet al die tijd daarmee bezig was, heeft ze een punt als ze zegt: βmaar in gedachten was je er wΓ©l mee bezig, Milouβ.
Was het mijn taak? Nee. Heb ik alles gedaan wat ik kon? Ja. Heb ik er spijt van? Zeker niet. Sommige dingen kunnen gewoon niet wachten tot na het weekend.