Dag 104 – “Koningslied”
Dit verhaal hoort bij vrijdag 2 oktober
De dag die je wist dat zou komen, voor sommigen. Er waren vanaf de eerste dag na de zomervakantie al veel mensen in Nederland sceptisch over alles wat wel mocht in het onderwijs, in de klas, wat daar buiten niet mocht. Met grote groepen bij elkaar. Zonder afstand.
Ja, de docenten en het overige personeel blijft op afstand van de leerlingen, waar dit lukt. Leerlingen onderling lijken alles te mogen. Best vreemd als je bedenkt dat een leerling van 17 op het MBO op afstand moeten blijven en voor een deel ook nog op afstand moet leren, terwijl een leerling van 17 op het atheneum wel van alles mag op school, waaronder lekker dicht bij elkaar zitten, met dertig in een lokaal.
Daardoor kwamen er al snel geluiden dat het niet klopte hoe het ging. Dat de beslissingen van de ministers beslissingen waren die speelde met mensenlevens, dat er gewacht werd tot het mis zou gaan. Zo ontvingen wij ook mails waar de clou was “we weten allemaal wel beter dan de ministers dat leerlingen wel een rol spelen bij het verspreiden van het virus” en dat wij daarom meer maatregelen moesten nemen dan vanuit de overhei van ons gevraagd werd.
Een lastige discussie, want we voelden misschien wel hetzelfde, maar als we gaan afwijken van wat ons vanaf daar verteld wordt, dan is het einde toch zoek? Dus toen gisteravond de aankondigingen kwamen over mondkapjes in het onderwijs denk ik dat veel mensen dachten: “zie je nou wel”.
Dus de dag waarvan je wist dat die zou komen, voor sommigen. Toen wij het nieuws van mondkapjes hoorden besloot een deel van het personeel al meteen vandaag in actie te komen en het goede voorbeeld te geven. Dus vandaag waren we al aan het proefdraaien, met mondkapjes, op de gang. Het werd af en toe al gedaan in een lokaal, bij een praktijkles of een toets. Maar vandaag voelde we het voor het eerst echt worden.
Vanaf vandaag durfde geen leerling meer een grapje te maken over mijn “gekke” mondkapje. Ik droeg hem namelijk al vaker, als ik leerlingen help met hun iPad ‘aan de praat’ te krijgen en ze ook moeten zien wat ik doe zodat zij het voortaan zelf kunnen. Dus toen ik hem vandaag automatisch opzette om een leerling te helpen krijg ik voor het eerst een andere vraag: “moet ik dan niet ook een mondkapje op zetten om u te beschermen?”. Wauw.
Om een of andere reden antwoord ik onbewust van wat ik zeg: “het gaat niet om mijn veiligheid, het gaat mij om jullie veiligheid.”. Waarschijnlijk zit er nog een kern van waarheid in ook. En daarom neem ik deze nieuwe taak in het leven serieus. Je belooft alles te zullen geven. Dus doen we dat kapje op. En nee, niet elke collega begreep meteen waarom we het doen en deden. Toch hoop ik dat we straks zij aan zij staan, om het goede voorbeeld te volgen en te geven. Ieder mens heeft een taak in dit (corona)leven.
Daar sta je dan, met je mondkapje op. Je kijkt om je heen. Op de dag die je wist dat zou komen. Het is weer even wennen maar ook hier maken we het beste van, en ik moet zeggen zo fout voelt dit niet. Misschien is het dan dus wel goed?
Daar sta je dan
Je zag dit moment al zo vaak in je dromen
En daar is t dan
De dag die je wist dat zou komen is eindelijk hier
Ben je er klaar voor?
Kun je dat ooit echt zijn?
Daar sta je dan
Ieder mens heeft een taak in dit leven
Alles gedaan om je voor te bereiden
Daar is het dan
Je belooft dat je alles zult geven
Iedere stap die je zette die leidde naar hier
En kijk om je heen
Wij lopen met je mee
Door de regen en de wind
Zal ik naast je blijven staan
Ik bescherm je tegen alles wat komt
Ik zal waken als jij slaapt
Ik behoed je voor de storm
Ik hou je veilig zo lang als ik leef
Een strijd, twee levens
We staan voor elkaar, niet te breken
Een vlag, twee leeuwen
Met elkaar in de zon en de regen
Zij aan zij, borst vooruit
Trots als een pauw, dit is ons geluid
En hoe klein we ook zijn
Onze daden zijn groot
Gaan niet onderuit
Voor jou, mijn kind
Voor m’n pa, voor m’n ma
Loop voor jou door de wind en regen
En zal achter je blijven staan
Ik draag een vaandel met jouw naam
Geloof in jou zolang we bestaan
Ik bouw een dijk met m’n blote handen
En hou het water bij jou vandaan
Laat me weten wat je droomt
Waar je hart zo naar verlangt
Ik zal niet rusten tot het waar geworden is
En als je ooit je weg verliest
Ben ik je baken in de nacht
Ik wijs je de haven in de duisternis
Ik zal strijden als een leeuw
Tot het jou aan niets ontbreekt
Ik hou je veilig zo lang als ik leef