Dag 81 – “Anderhalf” en “Falling Star”
Je hoort en leest het voordat de school begint, leerlingen mogen dicht bij elkaar komen maar de afstand met de docent blijft. Echt realiseren wat dit betekent, kan pas als je in de school rondloopt. We wisten voor de zomervakantie al hoe lastig de afstand onderling bewaren was. Maar hoeveel moeilijker er zou zijn met een school, gangen en lokalen vol leerlingen, ik denk dat niet dat écht van te voren wist.
Als ik naar mijn lokaal loop, moet ik meerdere leerlingen vragen om aan de juiste kant van het lint te gaan staan. We hebben de gang opgedeeld in een leerlingen- en personeeldeel zodat we ook in de gang afstand kunnen houden. Ik spreek zo vaak leerlingen aan, dat het al gewoon voelt. “Let op, andere kant.” “Pas op, docent komt er aan.”, vroeger een waarschuwing dat ze zich snel weer moesten gedragen, nu een teken dat ze aan de kant moeten.
De lokalen hadden we gelaten zoals ze waren, met deuren en ramen open. Tot we er al snel achter kwamen dat we niemand meer konden helpen, geen toezicht meer konden houden en we ons opgesloten voelden bij het bord. Fijn voor een docent die altijd van achter zijn bureau lesgeeft, verschrikkelijk voor iemand zoals ik die continu rondloopt.
We besloten daarom om van de bus over te stappen op het vliegtuig. Huh? Wat? Tja, de bus-opstelling is een begrip in het onderwijs. En iedereen die ooit onderwijs heeft gevolgd herkent het vast ook meteen, de twee-aan-twee-opstelling, dat noemen wij dus de bus. We konden niet door de gangpaden, want geen afstand, dus vergroten wij de gangpaden. De bus werd een vliegtuig met drie-aan-drie. Zo ontstond er in het midden een ruimte waar de docent toch naar de achterkant van het lokaal kon lopen.
Het zijn kleine aanpassingen die ons helpen toch het beste onderwijs te verzorgen, kleine dingen die we anders kunnen doen zonder veel moeite. Je moet ze alleen even verzinnen. Dit zijn de makkelijke stappen. Maar die anderhalf, die zou je moeten weten. Nou hield ik al nooit van mensen in mijn aura en vind ik afstand houden misschien makkelijker dan anderen, maar anderhalf is zoveel meer dan men denkt.
De leerlingen hoeven naar elkaar toe geen afstand te bewaren en je ziet ze daardoor vergeten dat ze voor de rest wel nog afstand moeten bewaren. Als ze naar mij toe komen, als ze willen dat ik even meekijk in hun schrift, of ze iets goed getekend hebben, als ze mij iets vragen over hun iPadscherm, ze komen naast mij staan en denken er verder niet over na. Nu hebben leerlingen wel vaker de neiging om in mijn aura te staan maar nu mág het écht niet. You keep your distance, I’ll keep mine.
Ik vraag geregeld: “kan je een stapje achteruit doen?” en worstel er tegelijkertijd zelf mee. Ik geef een praktijkvak, ze moeten veel van hun werk aan mij laten zien. Hoe voer je een gesprek over een product wat ze gemaakt hebben, op anderhalf? Het antwoord heb ik nog niet. So we meet in some half way.
Al snel besloot ik een mondkapjes te gaan dragen op die momenten, geen leerling die raar opkeek. Bij de eerste twee klassen legde ik het nog uit, waar ik de afstand niet kan garanderen moet ik extra maatregelen nemen. Ik beloofde ze dat ik geen bank ging beroven. We proberen nog steeds zoveel mogelijk afstand te bewaren en blijven misschien wel extra scherp door mijn nieuwe gezichtsversiering.
Bij de klassen later op de dag merk ik dat ik het niet eens meer uitleg en automatisch het masker optrek terwijl ik een leerling laat zien hoe ze haar geodriehoek moet houden. Niemand uit de klas stelde een vraag en toen mijn collega zag hoe makkelijk dit ging, durfde zij hem ook op te doen tijdens haar lessen in het praktijklokaal.
Deze hele situatie brengt ongemakkelijke momenten met zich mee, zoals de leerling die zachtjes aan mij vraagt of ik aan de docent van dat moment kan vragen om te letten op de afstand. Als ik hem toe fluister dat hij dat wel zelf kan, doet hij het ook. Hij vond het ongemakkelijk maar deed het wel. Ik moest een stap zetten om toch het kapje te gaan dragen, en krijg nu complimenten als ik een mooi kapje draag die past bij onze kunstles en vragen over mijn speciale ‘sjaalkapje’.
Ik heb nog geen leerling gehad die het raar vond. Zo maken we het samen bespreekbaar en zorgen we dat hopelijk niemand op de IC beland. We doen ons best en volgen de maatregelen zoals die ons worden verteld. Samen maken we er het beste van, op anderhalf. Want één meter tien is geen love. Maar wennen is het wel!
Anderhalf meter (Rah)
Zou je moeten weten (Pah-pah-pah)
Klappen ga je eten als je dichterbij komt met je mond
Kan die stappen van je meten
Doe het in je elleboog alsof je dabt
Beweeg met die armen, Mo Bicep
Handschoenen aan is in de mode, gek
Maar denk niet dat je daarom geen corona hebt
Die shit blijft plakken aan je gloves (Glove)
Eén meter tien is geen love (Love)
Al zit je in m’n team, geen hand (Woeh)
Voordat ik op de IC land (Eey)
Anderhalf meter (Afstand), anderhalf
Ik zeg anderhalf meter
Kom niet in m’n aura, b*tch (Ga weg)
You keep your distance, I’ll keep mine
Away, away now
No I won’t fail now
To meet you in some half way
I hear the river running
Man, it’s a humming
One thousand miles downstream
Falling star
In my window, you look so right
Falling star
You keep your distance, I’ll keep mine