Dag 52 – “Words”
“Mevrouw, mag ik niet gewoon aan het werk?” De rest van de klas, dus eigenlijk de andere vijf leerlingen, moet lachen. Hij doet normaal veel om niet aan het werk te gaan in de les. Ik kan die kans natuurlijk niet laten liggen en wijs hem op deze opvallende verandering.
“Ja, ik weet het, maar ik wil het gewoon af hebben.” Een interessante reactie, maar ik hap niet. Ik ‘verbied’ hem te werken. We hebben namelijk 25 minuten coachtijd, tijd om iets anders te doen dan werken aan opdrachten van verschillende vakken. Om het nieuws te kijken of te bespreken, tijd om te praten over dingen die nu belangrijk zijn, of andere activiteiten die wij naast leren ‘voor’ school óók belangrijk vinden. Dit keer gingen wij het hebben over de anderhalve meter afstand en of zij zich er aan houden.
“Natuurlijk hou ik mij er aan, ik mag nu níks. Pas als ik weer bij ben met mijn schoolwerk mag ik naar buiten.” Iets met een aap en een mouw. De klas, nog steeds 5 leerlingen dus, horen het kwartje ook vallen. Een ander vertelt over haal broertje uit een risicogroep en hoe serieus het voor haar is, weer een ander over hoe ze mee ging met een klasgenoot en dat toen iedereen (ook zij) hutjemutje zat.
“U heeft echt een badass oma!” Ik vertel over de magische dag toen we weer iets meer mochten, ik eindelijk mijn familie weer live zag, maar niet te dichtbij. Mijn oma het belachelijk vond dat ze rechtsachter bij mij in de auto moest, als een taxi. En over mijn andere oma die riep “We hoeven hier in de tuin toch niet op anderhalve meter te zitten? Er is hier toch geen spion aanwezig?” Aanleiding voor een goed gesprek over waarom je afstand houdt en waarom die “klote” handhaving toch boetes uitdeelt.
“Maar u woont dan toch gewoon in een villa met zwembad?” We zijn gekomen op het verschil in hoogte van de boete voor hun en voor mij én wat de aantekening op mijn strafblad voor mijn werk zou betekenen. Dat die aantekening voor mij, naast de gezondheidsredenen en onze verantwoordelijkheid, reden is om niet naar een feestje in een park te gaan, niet de boete. Als ik zo makkelijk doe over €400, dan moet ik wel “loaded” zijn. Ook praten we over school, en of dat afstand houden ons daar lukt.
“Het gaat best goed. Alleen de docenten doen het dus echt niet hè, die komen gewoon alsnog over je schouder meekijken.” Iets met een kam en iedereen daar over scheren, ze konden maar één voorbeeld noemen (inclusief de scène naspelen), maar ik snap het wel want dat doen docenten (en andere volwassenen) ook vaak bij hun, bij jongeren in het algemeen of bij de jeugd van tegenwoordig. Als ze vervolgens aan het werk gaan, en de coachtijd er op zit, ik wil meekijken om te helpen, weet ik mij opeens geen houding meer te geven. Hun woorden hadden effect, net zoals die van mij hopelijk ook effect hadden. It’s only words and words are all I have.
“Ja jongen, nu mag je eíndelijk werken.”
You think that I don’t even mean
A single word I say
It’s only words and words are all I have