Dag 42 – “Het water”
De rode draad van deze hele periode is beweging, het onderwijs werd abrupt tot stilstand gebracht om een snelle beweging in gang te zetten. In gesprekken met collega’s komt het de laatste tijd regelmatig aan bod, de verandering die we nu doormaken hadden we nooit in deze korte tijd kunnen uitvoeren zonder de grote externe factor Corona.
Op onze school kwam onze visie in een stroomversnelling en werd de olievlek die net ontstaan was in het team opeens wijd verspreid. Opeens kwam iedereen letterlijk in beweging maar ook mentaal bewoog het een en ander. Formatief handelen. Autonomie van de leerling. Waardevolle feedback. Zelfstandigheid. Teams. Zomaar een paar begrippen die opeens normaal werden, “het nieuwe normaal” zou Rutte het noemen als hij er over zou horen. Alsof ze er altijd waren, groeide het besef dat we niet zonder (meer) kunnen. Een beweging die niemand had kunnen afdwingen, voorspellen of realiseren (in dezelfde tijd als nu).
Ging dag 41 over de dans van het leren, gaat dag 42 over het dansen in het leven, beweging. Want de goede gesprekken uit het leven, onder andere die mij wees naar het inzicht over de dans, zijn ook als een dans. Brengen mensen in beweging. Als de een een stapje doet (iets zegt) moet de ander hierin mee bewegen – of de ander een andere kant op leiden, je moet elkaar aanvoelen en meenemen. Je brengt elkaar figuurlijk in beweging, zoals een dans dat letterlijk doet. Een goed gesprek heeft ook geen einde, soms zijn er alleen factoren die er voor zorgen dat je nu even moet stoppen met praten. Maar net als met een dans, kan je zo weer verder gaan. Een goed gesprek levert ook geen eindproduct op en daardoor heeft het geen eindes, alleen pauzes. Natuurlijk zijn er uitkomsten maar die blijven vloeibaar en kunnen meebewegen zoals water dat doet.
Zo voerden we een sollicitatiegesprek waar het praten als vanzelf ging, er vielen geen stiltes, elke deelnemer voelde de andere gesprekspartners goed aan. We stopten omdat de tijd hierom vroeg, anders hadden we nu nog gepraat. Het is niet klaar, morgen gaan we verder alsof we niet gestopt waren. Dit vind ik mooi, (toekomstige) collega’s waarmee het praten als vanzelf gaat. Dat het stroomt. Dat dingen, mensen en gedachten in beweging komen. Zo kwamen mijn schoolleider en ik vanmiddag in beweging, de school ondertussen al leeg, druk typend in hetzelfde document op verschillende pc’s (ook hier hebben we een flinke ‘beweging’ doorgemaakt). “Ik heb trek” en met die woorden kwam hij in beweging, pakte de chips en stroomden zonder iets te vragen of te zeggen het glas met cola vol. “Hoe lang gaan we door”, totdat het af is. Zo geschiedde.
Daarna fietsten we weg van school, al pratend. Bij de stoep van mijn huis aangekomen praten we door. Het is half zes, maar we zijn nog niet uitgesproken. We kunnen beide niet dansen, maar beheersen deze dans als geen ander. “Raken wij ooit uitgepraat?”, waarschijnlijk niet. Zulke momenten geven energie én brengen dingen in beweging. Gedachten stromen door mijn hoofd. Ideeën ontstaan. Dingen die ik alleen, thuis, nooit had kunnen bedenken of bereiken.
“Hoe kijk je terug op vandaag?” Goed, want we hadden een klus afgerond, er was beweging. En dat terwijl mijn dag moeizaam begonnen was. Onrustig geslapen. Niet zo’n zin én een dag thuiswerken op het programma. Op dat soort dagen kan het extra moeilijk zijn in beweging te komen, als het niet vanzelf stroomt, als je niet in de flow zit. Dan heb je iets nodig wat je in beweging brengt en thuis, alleen, kan dat soms lastig te vinden zijn. Dus besloot ik ‘s middags tóch naar school te gaan, ookal waren we daar maar met z’n drieeën. Ik kwam weer in beweging, het stroomde.
Water dat beweegt, brengt andere delen van het water in beweging. Bij ons op school praten we dan meestal over rimpelingen die overgaan in golven en bij klassenmanagement zeggen we dan dat je de rimpelingen moet aanpakken voordat de golven je overrompelen en meevoeren. Nu ben ik blij om meegenomen te worden in de beweging van een rimpeling om dan samen een golf te maken. In beweging. Want als je beweegt dan leer je, samen, niet alleen thuis, starend naar een glas water wat daarvoor nog in beweging was. Toen jij nog in beweging was om het glas te vullen.
Ik staar over het water
Dat net als ik
Ooit in beweging was
…
Dus blijf ik hier nu zitten
En blijf ik hier nu wachten
Tot het water ooit weer in beweging komt
En dan drijf ik mee
Tot aan de zee