Ik ben op kamp. Met de brugklas. En het is bedtijd. Ze hadden een halfuurtje gekregen voor nog even gezelligheid op de kamer en dan werd het toch echt bedtijd.
“Mevrouw, mag je nog overlopen?”
Dat mag nooit. Ik blijf in de gang staan.
“Blijft u hier de hele avond staan? Echt zielig voor u.”
Een meisje verstopt onder de dekens op een andere meisjeskamer teruggestuurd en heel veel hoofdjes door een kier van de deur die kijken of ik er nog ben. Ja. Ik sta er nog.
Welterusten!