Naar de inhoud springen
Leerling L. (13 jaar): “Wanneer is de toets?”
Ik: “Die is nog niet gepland.”
Leerling A. (13 jaar): “Mooi. Plan hem maar voor over zeven maanden!”
Ik: “Dat is in de zomervakantie, wil je graag in de zomervakantie de toets komen maken?”
Leerling A.: “Is goed, dan kom ik dan.”