We nemen geen afscheid
De mens gaat over het algemeen niet al te best om met verandering, met name die van het onverwachtse soort. Veel mensen ontkennen dit consequent, maar diep van binnen (h)erkennen we het meestal wel. Één van mijn bekende uitspraken is: “ieder mens heeft íets autistisch in zich”, niet dat ik daarmee autisme wil bagatelliseren, maar omdat ik er van overtuigd ben dat elk mens gewend raakt aan bepaalde herhalingen, routines, gewoontes, voorspelbaarheden. Maar wel voor een ieder op een ander vlak en verschillend in hoeveelheid.
Ook ik hou van een zekere mate van voorspelbaarheid, wat haaks staat op mijn liefde voor sommige onvoorspelbaarheden, op een bepaalde manier verrast worden, innovatie, nieuwe dingen, treden buiten de gebaande paden. Ik werk sinds 2009 bij mijn huidige werkgever, ben van nature een trouwe hond en honkvast (voorspelbaarheid), echter is nog geen enkel jaar, mijn baan het hele schooljaar hetzelfde geweest. Elk jaar denk ik dat het dit jaar niet zou gebeuren en elk jaar verandert er tijdens het jaar tóch iets aan de grootte en/of invulling van mijn baan (onvoorspelbaarheid).
In de eerste jaren was dat meestal een uitbreiding, van de hoeveelheid uren die ik lesgaf als wel het aantal vakken dat ik gaf. Lessen Frans, lessen Duits, lessen Projectklas, ik heb ze allemaal tijdelijk opgevangen. Één of meerdere keren in de afgelopen negen jaar. De laatste jaren gebeurde het steeds vaker dat het omgekeerde gebeurde, andere taken vroegen om meer tijd en mijn lessen moesten opgevangen worden.
Zo schreef ik vorig jaar vlak na de kerstvakantie dat ik niet wist of het mij tot de zomer ging lukken om elke dag iets te plaatsen zoals ik met mezelf heb afgesproken en zodoende jou als de lezer heb beloofd (voorspelbaarheid). Ik ging interim vervanging doen in verband met een zwangerschapsverlof van de persoon die mij aanstuurde voor het werk dat ik doe waarbij ik niet voor de klas sta maar scholen ondersteun bij innovatie. Na de zomer kwam ze terug en op 1 december nam ze ontslag. En zo werd ik, via ondoorgrondelijke zijwegen, wederom gevraagd om een deel van mijn schoolse taken los te laten om tot de zomer te vervangen.
Zo vroeg ik mijn schoolleider wederom of het dit jaar mogelijk was om een deel van mijn lesgevende taken over te dragen. Spannend, want ik laat werk wat ik door en door ken (voorspelbaarheid) weer voor een deel los om werk te gaan doen waar ik elke dag nog nieuwe dingen tegenkom , waar ik zelf in een mega leercurve zit en daardoor nooit precies weet hoe het gaat lopen (onvoorspelbaarheid). Toch twijfelde ik geen seconde, want ik geloof in “outside your comfort zone is where te magic happens” (onvoorspelbaarheid). Groeien doe je buiten je comfort zone, met een gezonde dosis houdbare voorspelbaarheid.
Zo stond ik afgelopen woensdag voor de klas, te wikken, wegen en twijfelen. Niets voor mij. Ik besloot de klas nog niets te vertellen, ik wilde onvoorspelbaarheid voorkomen. Dat ouders nog niet op de hoogte zijn en leerlingen met de wildste verhalen over mijn “vertrek” thuiskomen.
Zo stond ik vanmorgen te balen dat ik toen niets gezegd heb. In de tussentijd waren de ouders op de hoogte en overvielen de leerlingen mij bij binnenkomst. Netjes en rustig binnenkomen was er niet bij. Ze gingen niet rustig naar hun plek om hun spullen te pakken. Meer dan driekwart van de klas kwam om mij heen staan, verhaal halen. Hun ouders hadden een mail gehad dat ik ze vanaf 1 februari geen les meer geef en zij weigerden het te accepteren.
Zo begon één van de meeste ongemakkelijke lessen van mijn carrière. “Waarom gaat u weg?” “Komt u ooit nog terug?” “Wij gaan protesteren.” “Nee, we gaan niet luisteren, tot u belooft terug te komen.” Ik moest alle gereedschappen uit mijn gereedschapskist halen om de klas rustig te krijgen zodat ik mijn kant van het verhaal kon vertellen. Wat ik ging doen, wat dit voor mij betekende en dat ik volle vertrouwen heb in de vervanging. Een praatje waarvan ik dacht dat het genoeg zou zijn, woensdag zei ik nog tegen mijn vervanger: “ze mogen je toch meteen, je hoeft alleen maar te zeggen dat je sneller nakijkt en je bent binnen.” Daar ontstond mijn ongemak, naar mijn collega toe, mijn collega die ik de klas 100% toe vertrouw, die ik een makkelijker begin had gegund.
Het was niet genoeg. Deze klas houdt duidelijk níet van verandering, maar van voorspelbaarheid. “Met u is wiskunde tenminste leuk.” “Als u het uitlegt snap ik het tenminste.”. Ik vertel ze over het nakijken en opeens vergeven ze elke toets waar ze klaagden dat ik te traag was met nakijken. Ze weten niet wat er gaat komen en het bevalt ze niet. Ik heb de keuze gemaakt om dit te doen en zij niet. Ze balen dat er geen inspraak was, wat ik begrijp (onvoorspelbaarheid). Ik leg uit dat ík niet gekozen heb welke klas ik zou opgeven (waar, want ondanks dat je diep van binnen een bepaalde uitkomst prettiger zou vinden, kiezen kan ik niet maken) en dat ik het dus ook jammer vind.
“We gaan protesteren!” “Het is uw schuld dat ik straks drie keer per week moet nablijven.” “Ik ga nu gewoon hier op de grond zitten en doe niets meer.” “Ik ga nu wiskunde laten vallen.” “Nee, ik pak mijn iPad niet.” “Blijft u wel bij de schoolkrant?” “Komt u ooit nog terug?” “In de tweede klas is te laat!”
Ze hebben ‘gewoon’ de les gedaan, we hebben het gewoon over breuken gehad. Ik besef mij dat deze hele les, deze hele discussie, één groot compliment naar mij toe is. Maar zoals wel vaker met grootse complimenten, gaf het mij voornamelijk een ongemakkelijk gevoel. Tijdens de afsluiting van de les proberen ze mij weer op andere gedachten te brengen, ik leg uit dat dit geen zin heeft. De bel gaat en de leerlingen stromen ‘gewoon’ het lokaal uit, maar ze keken anders, ze deden anders.
Een paar dames komen naar mijn bureau. Ze willen weten wat ze kunnen doen om me te laten blijven. Ze leggen zich nog niet neer bij de komende verandering.
“Oké mevrouw, maar mag ik dan wel een knuffel.”
Ik, die daar toch niet bepaald van is, open mijn armen.
“Nee! Je geeft haar geen knuffel. We nemen geen afscheid!”
Een waarheid als een koe, maar niet op de manier die ze bedoelde. We nemen geen afscheid. Ik blijf gewoon. Zo ook mij blog. Maar het wordt moeilijk om mijn ritme (voorspelbaarheid) vol te houden. Minder les = minder kans op leuke verhalen uit mijn lokaal. Ik zal mijn best blijven doen maar ik kan het gewoon niet beloven (onvoorspelbaarheid).
Één ding is zeker en voorspelbaar, we nemen geen afscheid.