Naar de inhoud springen
Leerling A. (12 jaar): “Mevrouw! U moet mij helpen!”
A. begint in haar tas te rommelen en haalt een mandarijn tevoorschijn.
“U moet deze mandarijn opeten. Ik kan het echt niet meer.”
Ze ziet mijn twijfelende blik en vult aan: “Ik weet wel zeker dat hij lekker is hoor.”
Ik neem de mandarijn aan. Meteen roept leerling I. (12 jaar): “Wat?! Gaat u écht haar mandarijn opeten?”