Docent: “Voor het uitvoeren van deze opdracht geef ik jullie wel even een formatje mee.”
Leerling (13 jaar): “Voormatje? Ik heb wel een achtermatje (wijzend naar zijn nek)”
Docent: “Voor het uitvoeren van deze opdracht geef ik jullie wel even een formatje mee.”
Leerling (13 jaar): “Voormatje? Ik heb wel een achtermatje (wijzend naar zijn nek)”