Wat was uw naam ook alweer?
Na een uurtje lesgeven loop ik door de gang van de school, een verplaatsing van lokaal naar kantoor. Terwijl ik langs de voedselautomaat loop hoor ik achter mij: “Hey! Mevrouw van wiskunde!”
Ik twijfel een seconde en besluit mij toch om te draaien. Ik zie één van onze brugklassers stoer door de gang lopen, oortjes netjes in de oren zoals het hoort als echte puber.
Ik reageer door haar te vragen wat er is en sluit af door haar naam te noemen. Je ziet haar even denken. En ik besluit te vervolgen:
“Ik moet 150 namen leren en jij 11, ik noem jij bij jouw naam en jij mij niet?”
Ze moet lachen, wat natuurlijk ook de bedoeling was. Ze geeft mij gelijk. Vlak voor ik mij weer wil omdraaien, zegt ze nog snel: “Maar uhh… Wat is uw naam dan ook alweer? Iets met uhh… Nee ik heb geen idee.”
Nadat ik mezelf nogmaals heb voorgesteld vervolgen we ieder weer onze eigen weg, zij naar de les, ik naar de computer. Ik handel wat administratieve taken af en voor dat ik het weet is het twee uur later, gaat de bel en is het tijd om pauze te houden. Want ja, dat is het leven van een docent, de bel bepaalt ons leven.
Ik loop naar de personeelskamer en steek de aula over. Daar zit ze op een bankje met een paar vriendinnen en kijkt mij grijnzend aan, de draadloze oortjes in haar oren zie ik daardoor een stuk omhoog bewegen. “Uhm… Wat was het nou! Iets met Sch… Ik weet het echt niet meer.”
Ik hoop dat ze in de les meer van mij leert! Die naam, dat komt later wel als ze mijn werkwijze en regels maar goed kent, dan komt het helemaal goed.