Begin van het jaar, nieuw vak. Nadat ik leerling altijd zelf laat brainstormen over wat ze al weten over Natuurkunde en Scheikunde is het daarna mijn beurt om recht te zetten, aan te vullen en te complimenteren.
Met name Natuurkunde vinden ze moeilijker om te bevatten wat het is en de misleiding zit in de naam. Dat Natuurkunde niet direct met de natuur te maken heeft zoals Biologie vinden ze raar, terecht als je het mij vraagt.
Daardoor kan ik meestal alsnog mijn promotiepraatje voor het vak kwijt. Hoe wonderlijk het is dat als je iets los laat en het op de grond valt. Dat een lamp licht geeft. Dat de muur groen is, waarom zien we als groen. Vragen waar de meeste van ons nooit bij stil staan maar eigenlijk heel bijzonder zijn. Wij worden geboren en weten niet anders.
Het is zo speciaal dat sommige mensen daar vroeger wel over gingen nadenken, soms werden ze daardoor voor gek verklaard. Newton die een appel van de boom ziet (voelt?) vallen en plots nadenkt over waarom dingen vallen en niet zweven. Voor ons zo logisch maar eigenlijk zó raar.
Een leerling die is blijven zitten in deze klas zegt tijdens mijn verhaal: “gaat u nu weer steeds uw sleutels op de grond laten vallen?” Ik lach en denk dat dit maar toch mooi is blijven hangen een jaar lang, geweldig toch!
Ik praat door en begin over wat er allemaal is dankzij deze wetenschappers. Newton ging nadenken over zwaartekracht en zo ontstond er een keten aan slimme mensen waardoor uiteindelijk de vliegtuigen ontstonden. Bell die de telefoon bedacht om via een aantal stappen bij de mobiele telefoon en uiteindelijk smartphone uit te komen.
Tijdens mijn betoog probeer ik altijd dingen te benoemen uit de belevingswereld van leerlingen en zo noem ik dus ook Netflix als voorbeeld van dingen die zonder wetenschap niet zou bestaan. Een leerling heeft mij al duidelijk snel ingeschat en roept “Oh mevrouw, wat zou u moeten zonder Netflix!”.
Bam! Die zit. Misschien toch Netflix wat minder vaak als voorbeeld gebruiken, ik krijg een naam.