Maximum bereikt
Traditiegetrouw starten wij ons schooljaar altijd met een praatje van de “baas”, onze schoolleider probeert een brug te slaan tussen terugkomen van de vakantie en het weer starten met lesgeven, het liefst om ons te inspireren tot nieuwe hoogtes te komen en grenzen op een positieve manier te verleggen.
Aangezien hij zelf een fan is van literatuur, bij voorkeur Engels, is de rode draad meestal een lang citaat uit een boek die wij allemaal niet kennen. Slim verbonden met voor ons onzichtbare bruggen met ons werk. Dit jaar was het anders. Hij vergeleek de snelheidslimieten op snelwegen van Duitsland en Nederland, welke is beter voor de gebruikers, wat doet dit met de veiligheid en welke van die twee factoren is belangrijker? In Duitsland kan echt op je eigen snelheid gaan, dit kan betekenen dat je met 200 kilometer per uur over de weg raast, als een vis in het water, niet tegengehouden door een snelheidsbegrenzer, maar als een auto van de rechterbaan op zijn eigen snelheid naar jouw baan schuift moet je vol in de ankers, is dat veilig, is dat wenselijk? In Nederland word je begrenst door de snelheidslimieten, samen met de andere auto’s gaan jullie als groep, als kudde vooruit. Je voelt je begrenst maar er is ook minder gevaar en snelheidsverschil tussen jou en de andere weggebruikers, collega’s dus.
Een antwoord krijgen we die ochtend niet, welke situatie beter is, ik weet het antwoord ook niet. Wat hij wel meegeeft is dat hij ons op het hart drukt om niet altijd alleen maar gas bij te geven maar soms ook even gas los en genieten van de omgeving. De wereld vergaat niet als je niet continue volgas gaat. Iets wat voor mij al vaker een les is geweest en tegelijkertijd besef ik mij dat mijn snelheid ook regelmatig mijn kracht is. Maar alles waar te voor staat is niet goed (met een paar uitzonderingen die de regel bevestigen).
En dan is de eerste week weer voorbij, ik hoor mijzelf vandaag tegen een collega zeggen “het is dat ik nog niet veel van mijn vakkennis heb overgedragen, anders had ik ook kunnen geloven dat we al vier weken bezig zijn, ik zit er weer vol in!”. Meerdere keren deze week dacht ik aan het praatje van onze schoolleider en toch verleg ik al op dag 5 een magische grens, want voor onze leerlingen gaan wij figuurlijk over lijken en dat is meestal de reden dat we grenzen (onze eigen, die van de school of die van de regels) verleggen.
Een collega is deze week ziek (ook vaak een reden dat docenten grenzen verleggen) en daardoor vallen er lessen uit, we proberen zoveel mogelijk de lessen op te vangen maar vandaag was er een uurtje geen docent beschikbaar en zou een eerste klas een tussenuur hebben. Ik denk zelf terug aan hoe heftig en spannend de eerste week (eerlijk gezegd vond ik dat van de eerste weken) is voor onze nieuwe leerlingen, er komt zoveel op ze af dat ik in mijn onderbuik voel dat ik het tussenuur wil voorkomen, de eerste week nog even niet als er een alternatief is. Zo hoorde ik mij gister zeggen: “en wat nou als ik die twee eersteklassen tegelijkertijd draai, ze zijn precies aan dezelfde les toe.” Zo geschiedde.
Dan de voorbereiding, we hebben twee lokalen die verbonden zijn met een tussendeur, in het ene lokaal de tafels draaien zodat ze richting die deur staan en ik heb mijn plek gevonden voor die les in de deuropening. Daar is natuurlijk geen bord (beetje gekke plek) dus bereid ik een les voor die leerlingen via een app (Nearpod) op hun eigen iPad kunnen volgen. Zij zien de teksten en plaatjes die mijn verhaal ondersteunen op hun iPad en krijgen allemaal op hun eigen scherm opdrachten waarvan ik hun antwoorden weer op mijn apparaat kan zien. En zo verdubbelde ik mijn maximum aantal leerlingen zonder de individuen uit het oog te verliezen.
Hoe het ging? De leerstof was overgekomen (“op de basisschool vond ik dit heel moeilijk, maar nu snap ik het”), ik kon de klassen onderling laten strijden welke eerder stil werd als ik om stilte vroeg, de ene klas had het eerste uur vrij in plaats van een tussenuur, we hadden samen een leuke les die voorbij vloog. Toch werd bij het verleggen van de magische leerlingaantalgrens ook een maximum bereikt, namelijk die van maximaal aantal deelnemers in een les in de app. Blijkbaar lag dit maximum bij vijftig en kon ik hierdoor toch nét niet álle leerlingen persoonlijk bedienen. Erg was dit niet, want twee uur later kwam ik een groepje leerlingen weer tegen op de gang en bedankte ze mij nog een keer voor de leuke les. Toch heb ik de klassen duidelijk uitgelegd dat dit eenmalig is en niet de dagelijkse gang van zaken.
Zo ging ik toch weer van 0 naar 200 en gaf ik nog wat gas bij, maar de wereld vergaat ook niet meteen als je even je voet (symbolisch dan he) op het gas duwt. Volgende week even afremmen? Als ik naar mijn agenda kijk verwacht ik van niet, maar wie weet verleg ik toch nog mijn grens alleen dan de andere kant op!