De afgelopen twee hoofdstukken hebben mijn tweedejaars bij natuurkunde op een “nieuwe” manier gewerkt. Het hoofdstuk was opgedeeld in stukjes, in bundeltjes van leerdoelen die bij elkaar horen, niet meer in paragrafen. Leerlingen kozen zelf hun route door het hoofdstuk heen, werkten op hun eigen tempo en kozen ook zelf hoé ze aan de slag gingen. Ze konden uitlegfilmpjes van mij kijken, aan de slag met opdrachten, practicum doen, samenvatten of iets anders wat hun hielp om aan de leerdoelen te bereiken. Als ze tevreden waren over hun beheersing van de leerdoelen van dat deeltje maakten ze een klein toetsje waar ze feedback op kregen. We noemden deze werkwijze de vaardighedenboom.
Voor een deel van mijn leerlingen was dit letterlijk en figuurlijk een verademing, ze hoefden zich niet meer aan te passen aan het tempo van het gemiddelde van de klas. Ze konden hun eigen weg gaan en genoten van deze werkwijze. En dat had je nog het andere deel… Vanaf les 1 wilde ze eigenlijk niet zo werken, ze begrepen niet waarom en vroegen mij regelmatig of ik niet weer “gewoon” klasikaal les kon geven. Een van die leerlingen was leerling M. (14 jaar). Bij de eerste les van het nieuwe hoofdstuk had ik haar al aan mijn bureau verwacht en dat verscheen ze ook.
Leerling M.: “Mevrouw, gaan we nog steeds met de vaardighedenboom werken?”
Ik: “Nee, dit hoofdstuk niet.”
Leerling M.: “Gelukkig!”
Snel voegt ze toe: “Nee, niet dat u het niet goed gedaan hebt door, dat bedoel ik helemaal niet. U heeft het heel goed gedaan.”
Je ziet haar even denken: “Zeker met die filmpjes, dat was heel fijn. En u sloot ze altijd zo fijn af met ‘succes’.”
Ik: “Ja, ik wist niet zo goed hoe ik dan dat filmpje moest stoppen, dus deed ik het maar zo.”
Leerling M.: “Ik vond dat altijd fijn, want dan kan je daarna lekker aan de slag, na die ‘succes’ van u.”
Ik geloof in de methode die we gebruikten in de vorige hoofdstukken, al moest ik ook nog veel leren en verbeteren. Maar mijn hart smelt toch een beetje dat ik haar nu blij maak om weer “gewoon” “ouderwets” les te geven.