Leerling D. (14 jaar): “Is de toets moeilijk?”
Ik: “Ja.”
Leerling D.: “Ook voor mij?”
Ik: “Geen idee, andere leerlingen vonden hem erg moeilijk.”
Leerling D.: “Zal ik hem ook moeilijk vinden? Want ik heb niet geleerd. Ik leer nooit.”
Ik: “Nee, voor jou is hij niet moeilijk.”