Ik: Je hebt een kracht uitgerekend dus wat schrijf je achter het getal?
<stilte>
Ik: Newton, net zoals mijn kat heet!
E. (14 jaar): Wat! Waarom heet uw kat Newton? Én hoeveel Newton is Newton dan?
Ik: Je hebt een kracht uitgerekend dus wat schrijf je achter het getal?
<stilte>
Ik: Newton, net zoals mijn kat heet!
E. (14 jaar): Wat! Waarom heet uw kat Newton? Én hoeveel Newton is Newton dan?