J. (14 jaar): “Zal ik uw gekleurde pennen weer op volgorde leggen?”
Andere leerling: “Pennen op volgorde?”
J.: “Ja, als de pennen van mevrouw Schoonemann niet op volgorde liggen wordt ze helemaal gek!”
J. (14 jaar): “Zal ik uw gekleurde pennen weer op volgorde leggen?”
Andere leerling: “Pennen op volgorde?”
J.: “Ja, als de pennen van mevrouw Schoonemann niet op volgorde liggen wordt ze helemaal gek!”