De les is voorbij en ik loop nog een rondje door het lokaal om onder de leerlingen te zijn, te checken hoe het ging en ze te begroeten. M. (14 jaar) gebruikt deze kans om iets heel zinnigs tegen mij te zeggen. Ik reageer met: “Je hebt helemaal gelijk! Dat klopt als een bus!” Leerling M.: “Dat is raar… Een[…]

Ga verder met lezen …

Ik, wederom tijdens een klassengesprek over mengels: “Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik kan niet door melk heen kijken.” Leerling N. (13 jaar): “Wat?! Kunt u niet door melk heen kijken? U bent echt raar!”

Ga verder met lezen …

Op één of andere manier komt het er in de les op dat ik 29 ben. Leerling M. (13 jaar): Heeft u eigenlijk kinderen. Ik: Nee. Leerling N. (13 jaar): Maar u bent al … De rest van de woorden slikte ze in. Maar we wisten allemaal wat ze bedoelde. Leerling M.: Wilt u wel kinderen? Ik: Nu niet in[…]

Ga verder met lezen …

Docent: Hé wat doet jouw mobiel in de les? P. (15 jaar): Nou.. Hij doet raar. Mijn mobiel zegt dat het vijf voor twee is. Docent: Dat je mobiel raar doet is nog geen reden… Maar wacht eens – het is ook vijf voor twee! Zo raar is dat dus niet. P.: Oh… (Doet mobiel weg)

Ga verder met lezen …

Docent: Hé wat doet jouw mobiel in de les? P. (15 jaar): Nou.. Hij doet raar. Mijn mobiel zegt dat het vijf voor twee is. Docent: Dat je mobiel raar doet is nog geen reden… Maar wacht eens – het is ook vijf voor twee! Zo raar is dat dus niet. P.: Oh… (Doet mobiel weg)

Ga verder met lezen …