Leerling N. (14 jaar), als ik binnenkom in mijn labjas: “Wat is dit nou weer?” Leerling K. (14 jaar): “Nou gewoon, ze is gewoon een dikke professor!” Ik, gespeeld boos kijkend: “Wat?!” Leerling K, schrikt: “Nee, nee! Dat bedoelde ik niet, echt niet! Ik bedoelde dik als in vet. Neeee, vet als in cool. Uweetwel!”
Leerling D. (14 jaar): Mevrouw, mag ik zo’n witte labjas aan? Ik: Huh? Hoezo dan? We werken vandaag met elektriciteit, je bent lampjes aan het aansluiten. Leerling D.: Dat weet ik, maar dan voel ik mij helemaal wetenschappelijk! Uiteraard stem ik in en roept hij mij later: Kijk! Ik kan naar het gala, ik heb mijn witte jurk al aan.[…]
Leerling D. (14 jaar): Mevrouw, mag ik zo’n witte labjas aan? Ik: Huh? Hoezo dan? We werken vandaag met elektriciteit, je bent lampjes aan het aansluiten. Leerling D.: Dat weet ik, maar dan voel ik mij helemaal wetenschappelijk! Uiteraard stem ik in en roept hij mij later: Kijk! Ik kan naar het gala, ik heb mijn witte jurk al aan.[…]
Ik: We doen vandaag een practicum, dus we doen straks allemaal een labjas aan. Leerling: Waarom moeten we een badjas aan dan?
Ik: We doen vandaag een practicum, dus we doen straks allemaal een labjas aan. Leerling: Waarom moeten we een badjas aan dan?
U lijkt net een dokter. Dokter Schoonemann…. Dat klinkt best goed, dokter Schoonemann dokter Schoonemann. Met verdraaide stem: Ik ben dokter Schoonemann en ik maak je dood! G. (14 jaar), tijdens een practicumles waarbij de leerlingen een labjas dragen en ik dus ook.
U lijkt net een dokter. Dokter Schoonemann…. Dat klinkt best goed, dokter Schoonemann dokter Schoonemann. Met verdraaide stem: Ik ben dokter Schoonemann en ik maak je dood! G. (14 jaar), tijdens een practicumles waarbij de leerlingen een labjas dragen en ik dus ook.