Leerling E. (v, 13 jaar): Mevrouw, wordt het volgend jaar moeilijk? Ik: Mwa, valt wel mee. Iets moeilijker dan dit jaar, maar zeker te doen. Leerling E.: Maar in jaar boven ons blijven er zeven jongens zitten. Ik: Is dat zo? Dat weet jij beter dan ik blijkbaar. Maar daar zeg je het al, jongens… Die hadden misschien ook meer[…]

Ga verder met lezen …

Leerling E. (v, 13 jaar): Mevrouw, wordt het volgend jaar moeilijk? Ik: Mwa, valt wel mee. Iets moeilijker dan dit jaar, maar zeker te doen. Leerling E.: Maar in jaar boven ons blijven er zeven jongens zitten. Ik: Is dat zo? Dat weet jij beter dan ik blijkbaar. Maar daar zeg je het al, jongens… Die hadden misschien ook meer[…]

Ga verder met lezen …

Leerling E. (v, 13 jaar): Mevrouw, wordt het volgend jaar moeilijk? Ik: Mwa, valt wel mee. Iets moeilijker dan dit jaar, maar zeker te doen. Leerling E.: Maar in jaar boven ons blijven er zeven jongens zitten. Ik: Is dat zo? Dat weet jij beter dan ik blijkbaar. Maar daar zeg je het al, jongens… Die hadden misschien ook meer[…]

Ga verder met lezen …

Die tijd van het jaar

Ik: Ga je beginnen aan de opdrachten? Leerling: Het boeit mij echt niet meer. Blijf toch zitten. Ik: Zo makkelijk geef ik jou niet op! Leerling: Hoor je dat, ze geeft ons op. Nu mogen we een spelletje spelen, ze geeft ons op voor een spelletje Ik: Nee, ik zei dat ik je niét opgeef. Ik heb er vertrouwen in[…]

Ga verder met lezen …

Die tijd van het jaar

Ik: Ga je beginnen aan de opdrachten? Leerling: Het boeit mij echt niet meer. Blijf toch zitten. Ik: Zo makkelijk geef ik jou niet op! Leerling: Hoor je dat, ze geeft ons op. Nu mogen we een spelletje spelen, ze geeft ons op voor een spelletje Ik: Nee, ik zei dat ik je niét opgeef. Ik heb er vertrouwen in[…]

Ga verder met lezen …